Geschiedenis

"Wat geneesmiddelen teweeg kunnen brengen, kunnen zij ook genezen". Deze uitspraak van Hippocrates (460-377 v.Chr.) is de grondgedachte geweest waarop de homeopathie nu nog steeds berust. Samuel Hahnemann (1755-1843) is de eerste geweest die deze wet tot een algemeen bruikbare geneesmethode heeft ontwikkeld: de klassieke homeopathie.

Samuel Hahnemann was arts maar kreeg steeds meer weerzin tegen de in die tijd veel gebruikte geneesmethoden als bijvoorbeeld aderlaten. Hij stopte met zijn praktijk toen hij inzag hoe slecht de resultaten waren die hij met de toen gebruikelijke behandelmethoden behaalde. Hij voelde zo weinig aansluiting bij de geneeskunde van toen, dat hij ervoor koos om medische boeken te gaan vertalen. Hierdoor bouwde hij een enorme kennis op over de werking van de meest uiteenlopende medicijnen.Ging zich ook steeds meer toeleggen op scheikundige / chemische proeven en onderzoeken, en experi- menteerde ook zelf met het innemen van middelen. Op een zeker moment stuitte hij op een artikel over Kina, een veelgebruikt medicijn bij malaria. Hahnemann besloot zelf Kina in te nemen ondanks het feit dat hij volledig gezond was. Hij ontwikkelde na inname de symptomen die horen bij malaria. Hij voelde zich slap, suf, kreeg een ersnelde pols, onverdraaglijke angst, dorst en nog veel meer. Toen hij stopte met de inname van het middel, voelde hij zich weer gezond. Dit maakte zo?n indruk dat hij besloot om meer middelen te gaan testen. En steeds bleek weer de wet die Hippocrates had ontdekt: een stof die symptomen teweegbrengt bij een gezond persoon, geneest deze symptomen bij een zieke. Door de eeuwen heen zijn ontzettend veel geneesmiddelenproeven gedaan die bovengenoemde wet steeds weer bevestigden. Inmiddels zijn zo?n 4.000 middelen beproefd die allemaal hun eigen unieke symptomenbeeld hebben en dus kunnen genezen. Dit is de basis van klassieke homeopathie. Nog steeds worden trouwens alle middelen getest op mensen en niet op dieren.
Geschiedenis